Hi everybody,
Vanuit de hoofdstad Managua namen we een klein vliegtuigje richting de Corn Islands midden in de caraibische zee. De 1,5 uur durende vlucht was al een belevenis op zich. In zo’n toestel voor een 40tal personen voel je echt elke beweging en word je letterlijk heen en weer geschud.
Eerst brachten we 2 dagen door op Big Corn Island met zo’n 7000 inwoners. Het zuiden heeft mooie paradijselijke stranden, maar in de “hoofdstraat” van het eiland ter hoogte van de haven lopen wel wat vreemde figuren rond die je ‘s avonds een ongemakkelijk gevoel kunnen geven. .. (dronken bushmannen met grote machetes!) De meeste inwoners daarentegen zijn zeer vriendelijk en vertellen je graag wat meer over hun leven op het eiland.
Op die eilanden zou je haast vergeten dat je in Nicaragua bent, want het merendeel spreekt er van dat sappig caraibisch Engels. Vroeger leefden de eilandbewoners van de visvangst en fruitplantages, maar na de doortocht van een verwoestende vulkaan in 1988 werden de meeste fruitbomen vernietigd waardoor er nu voornamelijk van de visvangst wordt geleefd.
Op Little Corn Island is het leven nog vrediger en echt laidback. Verplaatsen op het eiland gebeurt er enkel te voet op smalle wandelpaden. Hier wonen een 1000tal mensen, er is een schooltje, een kerk, een paar kruidenierswinkeltjes en zelfs een baseballstadium waar elk weekend veel beweging is. Hier leven vrij veel mensen van het toerisme door het aanbieden van logie, restaurantjes, barretjes, verkopen van coconutbroodjes, chickenpies, paties (gevulde deegkoekjes) of het organiseren van snorkeltochten en het maken van traditionele visgerechten rond een vuur op het strand.
Eigenlijk vliegen de dagen hier voorbij zonder al te veel activiteit. Katrien deed er wel wat duiken en zag er veel moois onder water. Samen ondernamen we een snorkeltocht waar Tom zijn eerste en hopelijk ook laatste (ongevaarlijke) haai in de ogen moest kijken.
Na de eilanden bezochten we ook enkele zeer afgelegen dorpjes op het vaste land van de caraiben. De dorpjes liggen langst rivieren, lagunes en meren. Het is dan ook vaak uren op de boot of pangas (zo noemen ze die boten hier) zitten en soms nog meerdere uren wachten eer de boten komen en al dan niet uitvaren… Het wachten wordt dan wel beloond met prachtige vaarroutes tussen mangroves met dichte begroeiing en langs scheepswraken, wat ons wel wat het ‘Indiana Jones-gevoel’ gaf. In die dorpjes leven verschillende ethnische groepen zoals Creolen, Miskitos en Garifunas. Ze zijn de weinige toeristen die daar komen steeds enorm dankbaar om de interesse in hun gemeenschap. Een man die naar zijn dorp wilde terugkeren, gaf zijn plaats op de boot aan ons omdat hij het een eer vond dat we zijn dorp wilden bezoeken. Het was een unieke ervaring om daar in die afgelegen gebieden een paar nachten door te brengen, maar voor Tom was het toch net iets te rustig en toch erg ver van de beschaafde wereld.
Daarom zijn we nu onderweg naar wat meer actie in Guatemala. Zelfs met 10 maanden tijd geraken we nu naar het einde wat in tijdsnood, waardoor we waarschijnlijk slechts een 8tal dagen in Guatemala en en 8tal dagen in Belize zullen vertoeven. Eigenlijk hebben we meer tijd nodig, haha, maar het is toch genoeg om een glimp van de landen op te vangen. Daarna keren we terug naar San Juan del Sur in Nicaragua om onze reis af te sluiten met 2 weken surf, surf en nog eens surf, zei Tom!
Jullie blog is voer voor een boek ...... 'De wereld rond in 10 maanden'...
BeantwoordenVerwijderenMisschien een nieuwe uitdaging....
Geniet in ieder geval nog van de resterende weken....